Het is maart 2017. Trump bezuinigt enorm op zijn klimaat- en milieuorganisatie. Shell blijkt al in 1991 een film gemaakt te hebben waarin gewaarschuwd wordt voor de extreme gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Een nieuw warmterecord op het vasteland in Antarctica wordt gevestigd. Woedende, gewoonlijk beleefde, Groningers schreeuwen bij Pauw en Jinek om hulp. En ons belangrijkste verkiezingsthema in Nederland is: ‘De Nederlandse identiteit’.
Wat gaat hier fout?
Vorige week publiceerde ik een infographic waarin ik, gebaseerd op het jongerenmanifest, aangaf welke partijen klaar zijn voor de toekomst. De cijfers varieerden van een 10 (Partij voor de Dieren en Groenlinks) tot -2 (PVV). Als je het gemiddelde zou berekenen voor de hele Tweede Kamer (zoals gekozen in 2012) en daarbij de zetelverdeling in acht neemt, dan zou dat uitkomen op een waardeloze 2,3. Doe je dat op basis van de meest recente peilingen, dan is het gemiddelde een 3,4. Een stapje in de goede richting, maar nog lang niet klaar voor de toekomst.
Wat kunnen we nog meer concluderen uit de huidige peilingen?
Peilingen zijn geen voorspellingen. De meeste zwevende kiezers maken pas de laatste dagen voor de verkiezingen hun keuze: er kan dus nog vanalles gebeuren. Dat gezegd hebbende, wil ik kijken naar de machtsverschuivingen in de kamer, als de meest recente peilingen geldend zouden zijn.
Waarom? Omdat we er nu nog wat aan kunnen veranderen.
In update 3 schreef ik al over natuur en milieu. Daar introduceerde ik een nieuw getal: het percentage van de moties waarbij de partij het eens is met de stemmingsuitslag.
Zoals de SGP liet zien: je hoeft niet groot te zijn om bij de big boys te horen.
Maar laten we nu eens voorzichtig vooruitkijken naar het parlement dat we aan het opbouwen zijn. Hoe zouden de stemmingen met de huidige peilingen uitvallen?
Het is goed om je te realiseren dat er in de Tweede Kamer meer gebeurt dan simpelweg stemmen over moties op basis van je partijprogramma; er worden politieke spelletjes gespeeld en compromissen gesloten. Maar laten we dit even allemaal negeren. Beschouw het volgende als een experiment.
Het is een truc die vaker wordt toegepast in de wetenschap: door te morrelen aan de instellingen van een systeem kun je meten hoe gevoelig het systeem daarop reageert. Zo kun je dus ook een schatting maken van hoe gevoelig het beleid is voor de zetelverdeling. En daar hebben wij, kiezers, invloed op. Met andere woorden: dit simpele experimentje laat zien of stemmen zin heeft. Spoiler: ja, dat heeft het.
We nemen alle moties op het gebied van natuur en milieu van de afgelopen regeerperiode, maar dan met de zetelverdeling van de peilingen op 28 februari van EenVandaag.
Voor ‘Natuur en Milieu’ ziet het beleid er dan zo uit:
De partijen die bij uitstek groen zijn (Groenlinks en Partij voor de Dieren), bungelen nog steeds onderaan. Zij zijn te klein (in totaal 22 zetels) om een duidelijke stempel te drukken op het beleid. Keiharde vergroening lijkt er dus nog niet in te zitten.
De invloed van de klimaatsceptische VVD en PVV daalt. Hun visie (als je dat zo mag noemen) op natuur en milieu worden minder vaak door een meerderheid van de Tweede Kamer gesteund.
D66, CU en SP — de overige partijen met een groen randje — klimmen allemaal omhoog. Dat is goed nieuws.
Ook laat dit overzicht zien dat dankzij de versplintering de partijen over het algemeen tevredener zijn met het beleid. Zelfs de groene partijen onderaan het lijstje zijn het nu met de meerderheid van de stemmingsuitslagen eens.
Maar het is duidelijk dat voor een echt duurzaam beleid de groene partijen nog wel wat extra zetels kunnen gebruiken. Het laatste NOS-tv-debat op 14 maart zou daarom over klimaat moeten gaan. Op die manier worden de partijen gedwongen hun standpunten over klimaatbeleid aan te scherpen.
Als we dan nog even kijken naar het onderwerp waar iedereen wél een mening over lijkt te hebben, zie je dat er weinig verschuiving is t.o.v. 2012:
Op het thema ‘Zorg en gezondheid’ gebeurt er meer. De drie christelijke partijen lijken daar hun krachten te kunnen bundelen.
Opnieuw zie je dat bijna alle partijen erop vooruitgaan — op de PvdA en VVD na. Hun zorgbeleid wordt door de kiezer afgestraft. De SP zal nog steeds het meest kritisch zijn over het beleid, maar waar zij eerst akkoord gingen met een minderheid van de moties, lijkt het erop dat zij nu akkoord zullen gaan met een meerderheid.
Oke, resultaten uit het verleden bieden geen garanties voor de toekomst. Maar zolang partijen niet drastisch van koers veranderen, zou dit plaatje realiteit kunnen worden. En we kunnen er nu nog iets aan doen. Dus:
- Ga stemmen.
- Kies voor de toekomst. (Kijk eens naar de infographic van vorige week.)